Veelgestelde vragen reprorechtvergoeding

Dat weten we helaas niet van tevoren. De hoogte van uw vergoeding is namelijk afhankelijk van verschillende factoren: de jaarlijkse inning van Stichting Reprorecht; hoeveel uitgevers zich aanmelden; en de verschillen in omzet van uitgevers. Uw uiteindelijke vergoeding is daarom relatief en wordt per categorie bepaald. Uitgangspunt is dat iedere uitgever een redelijk bedrag krijgt.

Ieder voorjaar vragen wij uitgevers die in aanmerking komen voor deze vergoeding om hun omzet op te geven in de categorieën ‘wetenschappelijke boeken, vakboeken, studieboeken’, ‘wetenschappelijke tijdschriften en vaktijdschriften’, ‘schoolboeken’ en ‘kranten’. Vervolgens bekijken we per titel of de opgegeven omzet correct is. Op basis van al deze gegevens stellen we een verdeling op van de totale pot met reprorechtgelden. Op deze manier kan Stichting PRO direct uitkeren zodra we het geld ontvangen van Stichting Reprorecht. 
De hoogte van uw vergoeding verschilt per jaar. Verschillende factoren spelen namelijk mee: de jaarlijkse inning van Stichting Reprorecht; hoeveel uitgevers zich aanmelden; en de verschillen in omzet van uitgevers. Uw uiteindelijke vergoeding is daarom relatief en wordt per categorie bepaald. Uitgangspunt is dat iedere uitgever een redelijk bedrag krijgt met een minimum aan administratieve lasten voor de uitgevers. 

Wij streven ernaar de reprorechtvergoedingen in het najaar uit te keren, in september of oktober. In de regel keert Stichting PRO vergoedingen uit die het jaar daarvoor zijn geïncasseerd door Stichting Reprorecht. Op uw factuur staat het tijdvak vermeld – deze zal terug te vinden zijn op onze webportal. 

Nee, uitgevers hebben namelijk recht op deze vergoeding. Stichting PRO houdt wel administratiekosten, de bijdrage aan Stichting BREIN en btw in op het totaal beschikbare brutobedrag van de reprorechtgelden. Daar merkt u niets van: u ontvangt uw bedrag netto. De inhoudingskosten staan vermeld op uw factuur die terug te vinden is in de portal.

Stichting PRO is een non-profit organisatie en probeert de administratiekosten altijd zo laag mogelijk te houden. Het College van Toezicht Auteursrechten (CvTA) ziet hierop toe.

Het ‘omzetbedrag per titel’ berekent u als volgt:

• Tel per titel de netto omzet op uit print, digitaal, online en netto advertentie-inkomsten.
• Noteer dit ‘omzetbedrag per titel’. Deze kunt u invoeren in de tabel onder ‘omzet’.

Tip: U kunt de informatie ook verzamelen in een Excel-bestand en deze uploaden in de portal. Zo staat al uw informatie in één keer klaar. 

Let erop dat de bedragen ‘schoon’ ingevuld moeten worden (zowel in het Excel-bestand als handmatig invoeren). Gebruik daarbij geen punten en komma’s. Vul bijv. niet ’23.000’ in, maar ‘23000’.

Met de reprorechtverdeling 2025 verdelen wij de gelden die Stichting Reprorecht in 2024 heeft geïncasseerd. Wij willen dat zo snel mogelijk uitkeren en vragen uitgevers daarom hun omzet op te geven in mei. Doorgaans hebben de meeste uitgevers dan nog niet hun administratie afgerond over het afgesloten jaar (incl. de jaarrekening). We willen hier uitgevers ruim de tijd voor geven. Daarom vragen wij om de omzetcijfers over 2023.

Kies bij twijfel de best passende bij de publicatie. Doe dit naar eigen inzicht; als uitgever kunt u dit namelijk het beste beoordelen. Er kan helaas niet worden afgeweken van de categorieën. De vergoedingen worden namelijk per categorie geïncasseerd, verdeeld en uitgekeerd.